Rudolf
Rudolf Wormgoor (66) speelt in de Amersfoortse Ukelele Bende.
Rudolf Wormgoor (66) speelt in de Amersfoortse Ukelele Bende.
“Toen ik een jaar of vier geleden een ukelele zag liggen bij de Lidl voor twee tientjes dacht ik, laat ik het maar eens proberen."
‘Het is kunst met een kleine k’
Amersfoort kent veel creatief talent, zoals Rudolf Wormgoor (66) van de Amersfoortse Ukelele Bende. Wat je je daar bij moet voorstellen? “Iedere maand komen we samen om met elkaar te spelen en liedjes te zingen”, vertelt hij. “Je kunt ook bij elkaar zitten zonder plan, maar met zo’n ukelele is het gewoon veel gezelliger.”
De verplichte muziekles met een blokfluit vond Rudolf als kleine jongen niet zo spannend, maar de gitaar die hij op zijn vijftiende vastpakte, heeft hij nooit meer losgelaten. “Ik richtte een bandje op met mijn vrienden. Die ‘garagerock’ hoorde er helemaal bij in die tijd.” Erg serieus werd het overigens nooit. In plaats daarvan werd Rudolf industrieel ontwerper, waarna hij het vak doceerde aan de TU in Delft.
Rudolf wist al een tijdje van het bestaan van de Amersfoorste Ukelele Bende via zijn goede vriendin en medelid Margo Huisman. “Zij stelt iedere maand haar atelier beschikbaar voor de bende”, aldus Rudolf. “Toen ik een jaar of vier geleden een ukelele zag liggen bij de Lidl voor twee tientjes dacht ik, laat ik het maar eens proberen. Omdat het instrument maar vier snaren heeft, is het veel overzichtelijker dan een gitaar.” Het duurde niet lang of Rudolf was een hartstochtelijk bendelid.
Na twee jaar op zijn Lidl-ukelele te hebben gespeeld, was het tijd voor het echte werk. “Ik heb vrij grote handen, dus de hals van een ukelele is al snel te klein. Ik heb nu een tenor ukelele, die heeft een langere hals en dus meer ruimte voor je vingers.” Trots haalt hij het instrument uit een zwarte hoes met tropische bloemen erop geborduurd. “Omdat hij zo klein is past hij gewoon in je koffer. Op conferenties breng je veel tijd door in je hotelkamer, dus daar heb ik geregeld zitten oefenen. Het is een ontzettend leuk instrumentje.” Ook de kleinkinderen van Rudolf zijn maar wat blij met de hobby van hun opa. “Als ze komen logeren, vraag ik altijd of ik zal voorlezen of een liedje zal spelen op de ukelele. Dan zingen ze altijd met me mee.”
Vrijblijvend is het woord waarmee Rudolf zijn ukelelespel omschrijft. “Het is niet georganiseerd en gestructureerd onder leiding van een strenge dirigent. We vinden het gewoon leuk om bij elkaar te zijn en liedjes te spelen. De een heeft een betere stem of meer bereik dan de ander, maar dat is helemaal niet erg. Er is heel weinig ambitie, dat maakt het heel rustig en plezierig.” De AUB laat zich het best omschrijven als low culture. “Ik vind de begrippen high en low culture wel wat zeggen. Het is allebei kunst, maar low culture is veel vrijblijvender. De AUB is kunst met een kleine k.”
* Dit artikel is verschenen op Indebuurt Amersfoort